Ralingen

A single-family rowhouse

Location: Evergem
Design and execution: 2012-2013
Photography: Barbara Joseph

EN

On the outskirts of Ghent, Belgium, a compact labourer’s house with cramped rooms was converted to a sunlit and spacious loft.

Tim Peeters had to rethink the concept of terraced housing radically, when advanced deterioration of the woodwork was discovered while clearing the house for refurbishment.

The original ceiling heights had to be maintained, but proved too low to create spacious and bright living spaces. A central void now connects the two storeys and allows sunlight to pierce from front to back, through the entire house.

A wooden walkway hanging from the second floor surrounds the open living space, and gives access to the auxiliary rooms on the first floor.

An open staircase is arranged around a freestanding concrete chimney, which supports the entire structure in the middle of the house. In this complex and precise spatial composition, old and new elements are superimposed and aligned geometrically to create sobriety in the space. The old cellar’s vault serves neatly as a base for the new kitchen counter and the stairs, which are in turn aligned with the chimney and the walkway above.

On the one hand, looking at the façade’s rhythm and its bricks and concrete, the composition seems classically designed, thought to blend in with the surrounding buildings. On the other hand, the modular dimensions and geometrically flattened details subtly bring modernity to the houses exterior appearance. Robust lintels and windowsills graphically evoke stability, whilst incorporating concealed small gutters to effectively evacuate rain through the brick sized apertures.

On the edge between the interior void and the garden, behind every window, lies an alcove. Each of these tiny spaces has its own use and character: an orange train compartment to have breakfast in the morning sun, a children’s play corner close to the main living room, a sunny home office overlooking the street from above, the theater box red evening alcove with a sofa.

BE

Dit werkmanshuis werd verbouwd tot een loft. De oude verdiepingen kenden lage plafonds. Een centrale vide in de tussenverdieping creëert nu een dubbelhoge leefruimte en brengt zonlicht tot achter in de woning. Rond de vide is een passerelle opgehangen, waar alle woonfuncties omheen geschikt liggen. Langs een vrijstaande betonnen schouw in de vide leiden twee nieuwe, open trappen tot aan de dakverdieping. Zo past de oude kelder met koepelgewelf onder de nieuwe trap en het kookeiland. De gevels tonen een klassiek ritme en materiaalgebruik, maar zijn hedendaags in hun strakke afmetingen en fijne details in maatwerk beton. Op de grens tussen open leefruimte en tuin zit telkens een nis. Elke nis heeft een eigen karakter: een lichte werkplek met overzicht op de straat, een oranje treincoupé om te ontbijten in de zon, een avondnis met de zetel in dieprode kleur, alsof het een theaterbox is, een bad met zicht op de tuin...

Waar er in een traditioneel huis voor elke woonfunctie een kamer is, zitten hier de meeste van die benoembare functies in een nis langs de rondgang. Elke nis haalt haar kwaliteit uit de ruimte in het midden en uit het contact met de buitenruimte. De oppervlakte van die nissen is telkens veel kleiner dan die van een echte kamer, maar toch heb je nergens een benepen gevoel. De bureaunis boven aan de straatkant is nauwelijks groter dan het bureaumeubel. Maar doordat je je verbonden voelt met het hele huis, en je tegelijkertijd kan uitkijken over de straat, ontstaat toch een volwaardige werkplek.

Ten opzichte van de schaal van de centrale ruimte, zijn de grote nissen gewoon raamopeningen. De diepe nissen geven een introvert karakter aan de open binnenruimte, alsof je door gaten in de dikke muren van een fort kijkt. De spreiding van glas over twee gevels en over twee niveau’s geeft een veelheid aan lichtinvallen en ingekaderde zichten.

Maar als je plaats neemt in een nis, verandert de beleving van het huis. Het raam is qua schaal nog net een kamer. Je zit ìn het raam en je bent gericht naar twee zijden die met elkaar kunnen wedijveren: de lichte en open buitenruimte –je zit met je neus op het glas-, en de al bijna even open en lichte centrale vide van het huis. Op die manier wordt de beperkte ruimte optimaal benut, zonder compromissen te sluiten in programma en zonder te worden opgedeeld in aparte kamers.

Project
Thema / Type